Welke keuzes wilt u maken ten aanzien van sociaal domein (breder dan jeugd)?
De Perspectiefnota heeft laten zien dat er sprake is van een grote opgave voor wat betreft de uitgaven binnen het sociaal domein, o.a. als gevolg van open-einderegelingen en demografische ontwikkelingen. Dit geldt voor zowel het onderdeel jeugd, maar ook voor de Wmo en Participatiewet. Een onzekerheid hierin zijn de effecten van de door ons te treffen/getroffen maatregelen (programmaplan jeugd, projectplan Wmo). Inmiddels is meer bekend over de extra middelen voor jeugdzorg in 2019 t/m 2021 en worden stappen gezet om maatregelen te treffen om grip te krijgen op het gebruik van jeugdzorg en Wmo.
Extra middelen jeugdzorg 2019 t/m 2021 en stelpost 'Uitkomst onderzoek jeugdzorg'
Het kabinet heeft besloten extra middelen toe te voegen aan het jeugdhulpbudget voor 2019, 2020 en 2021. Aanvullend wordt onderzoek verricht om te kunnen bepalen of, en zo ja in welke mate, gemeenten structureel extra middelen nodig hebben.
Onze toezichthouder weegt het voorgenomen onderzoek en de uitkomsten daarvan mee in de beoordeling van de meerjarenraming in de gemeentelijke begroting. Hiertoe heeft het Rijk een richtlijn opgesteld. De kern van deze richtlijn is:
- De extra middelen jeugdzorg voor de jaren 2019 tot en met 2021, die onderdeel uitmaken van de algemene uitkering, worden als structureel dekkingsmiddel aangemerkt.
- Voor de jaren 2022 en 2023 kan door de gemeente een stelpost ‘Uitkomst onderzoek jeugdzorg’ geraamd worden: per gemeente naar rato van de € 300 miljoen (in 2021).
- Deze stelpost ‘Uitkomst onderzoek jeugdzorg’ kan als structureel opgenomen worden.
- Voorwaarde is dat daarnaast gemeente tevens zelf maatregelen neemt in het kader van de transformatie rondom jeugdzorg en ggz mede gericht op beheersing van de kosten. Gemeenten spelen immers zelf ook een actieve rol in de transformatie en daarmee ook in het kunnen beperken van de uitgaven.
Concreet betekent dit voor de gemeente Dalfsen een stelpost van € 400.000 voor de jaren 2022 en 2023, voordelig.
Raming jeugd - de lijn jaarrekening 2018
Bij de vaststelling van de perspectiefnota is gekozen voor scenario 3, dat wil zeggen dat het uitgangspunt is een bijstelling van de raming voor Jeugd ten bedrage van de werkelijke kosten van 2018. Op deze wijze is dit dan ook in de begroting verwerkt.
Overigens is bij de behandeling van de 2e bestuursrapportage 2019 aan u, naast een prognose, ook een laatste stand van zaken met betrekking tot cliëntaantallen en gebruik van voorzieningen gegeven.
Beheersing kosten jeugd en Wmo
In de afgelopen tijd is een programmaplan “Grip op Jeugd” en een projectplan “Grip op Wmo” opgesteld. Het doel van het programma en het project is om meer inzicht en grip te krijgen op het gebruik van jeugdzorg en Wmo, waaronder de financiën en hierop maatregelen te treffen. Vanwege de ontwikkelingen op deze terreinen is een stuurgroep in het leven geroepen om beide trajecten indien mogelijk samen te voegen en om de uitvoering van de plannen te sturen en monitoren.
Omdat wij ervan uitgaan dat het programmaplan "Grip op Jeugd" op termijn vruchten af zal werpen, is er in het totaal van de ombuigingen zoals beschreven in het onderdeel 'Bijstellen ambities' een bedrag opgenomen als taakstelling op de jeugd budgetten. Voor 2020 een bedrag van € 100.000 oplopend met € 100.000 per jaar tot € 400.000 in 2023.