7 Grondbeleid

Ontwikkelingen

Voor het begrotingsjaar 2020 is in de MPG 2019 een verkoop van industrieterreinen begroot van 1,5 ha en 87 bouwkavel transacties op woningbouwlocaties. Hierbij is rekening gehouden met de verrichte uitgiften in 2019 en de afspraken die gemaakt zijn met ontwikkelaars en woningcoöperaties. De marktomstandigheden laten zien dat de markt sterk aantrekt, maar dat het wel steeds lastiger wordt om het hele bouwproces rond te krijgen. Uitgiften die recentelijk zijn geweest zijn succesvol, wel zijn er niet meer zoveel overschrijvingen (meer inschrijvingen dan beschikbare kavels) als voorheen.

In Dalfsen is ook in de crisisjaren doorgewerkt aan de planvorming van nieuwe plannen en wordt ook nu gekeken naar potentiële nieuwe ontwikkelgebieden. Dit heeft er toe geleid dat, in 2019 nieuwe gronden zijn aangekocht en dat er actief wordt gekeken naar de uitbreidingsmogelijkheden voor industrielocaties.

De uitgifte van gronden zal gefaseerd blijven gebeuren. Het doel hiervan is om altijd gronden aan te kunnen bieden en geen overaanbod te creëren in de markt. De planning is om er voor te zorgen dat in alle kernen mogelijkheden bestaan nieuwbouw te realiseren. Hetzij via een gemeentelijke grondexploitatie dan wel door particuliere initiatieven.

Grondexploitaties verder ontwikkeld
De grondexploitaties blijven in ontwikkeling. Zo wordt bijvoorbeeld kritisch gekeken naar de verkaveling in de verschillende projecten en wordt deze zo nodig aangepast om de verkoopbaarheid te vergroten. Daarnaast vindt er over de industrielocaties actief overleg plaats met potentiële kopers.

De provincie houdt scherp toezicht op nieuwe woningbouwlocaties. De regionale en lokale woningbehoefte voor uitbreiding van woningbouw moet in bestemmingsplannen worden onderbouwd. In dit verband moet aandacht worden besteed aan de “ladder voor duurzame verstedelijking”. De ladder voor duurzame verstedelijking houdt in dat de gemeente bij nieuwe stedelijke ontwikkelingen (woningbouw, bedrijventerreinen, detailhandel) niet onnodig een beroep doet op uitbreidingslocaties. Daarvoor moet worden aangetoond dat voor die ontwikkeling:

  1. Een actuele behoefte bestaat;
  2. Er geen inbreidingslocatie voorhanden is;
  3. De stedenbouwkundige ontwikkeling passend ontsloten is, zowel met openbaar vervoer als met de auto.

Gronden betrekking op grondexploitaties opgenomen onder de materiële vaste activa
In 2016 zijn er een aantal regels in het BBV gewijzigd die gevolgen hebben voor de grondexploitaties. Een van de aanpassingen had betrekking op de classificatie van de voormalige NIEGG gronden. Deze gronden moesten vanaf 2016 opgenomen worden onder de materiële vaste activa tegen de boekwaarde van dat moment. De gemeente heeft op basis van de regelgeving tot en met 2019 de tijd om de waardering van deze gronden te beoordelen en waar nodig een correctie uit te voeren. In de afgelopen jaren zijn de voormalig NIEGG gronden meerdere malen beoordeeld en waar nodig heeft er een correctie plaatsgevonden. In het begrotingsjaar 2019 zal een finale beoordeling worden verricht, zodat voldaan wordt aan de eisen uit het BBV. De verwachting is dat hier geen significante afwaardering uit volgt.

In onderstaande tabel zijn de boekwaardes (stand 31-12-2018) opgenomen.

Gronden betrekking op grondexploitaties, opgenomen onder de materiële vaste activa

Overige gronden

Aantal m2

Boekwaarde na correctie

Prijs per m2

Taxatie waarde 1-1-2018

Toelichting

Molenstraat 14

939

-

-

Grond zonder boekwaarde

't Febriek Zuid

20.750

245.838

12,70

aankoop is gelopen via het krediet voor strategische aankopen

Voorbereiding 't Febriek Zuid

17.677

Krediet van € 150.000 vastgesteld in 2018

Oosterdalfsen II

31.925

99.854

3,13

Gezien waarde per m2 beperkt risico

't Gruthuuske

1.349

48.416

49,44

Naar verwachting in 2019 grondexploitatieberekening in de raad

Voorbereiding 't Gruthuuske

18.283

Klaverkampsweg

193.860

775.440

4,00

gezien waarde per m2 beperkt risico

Kiezebrink

24.596

615.000

25,22

615.000,00

taxatie verricht o.b.v. boekwaarde per m2

Voorbereiding Kiezebrink

5.290

Naar verwachting in 2019 in de raad

Voorbereiding Centumplan

12.355

Krediet van € 195.000 vastgesteld in 2018

Oosterbouwlanden

96.004

2.257.500

23,63

2.257.500,00

taxatie verricht o.b.v. boekwaarde per m2

Voorbereiding Oosterbouwlanden

11.344

Krediet van € 100.000 vastgesteld in 2018

Nieuwleusen Midden

5.370

-

-

Grond zonder boekwaarde

De Meulehoek

1.085

-

-

Grond zonder boekwaarde

Paltheweg

122.820

491.280

4,00

Gezien waarde per m2 beperkt risico

Westeinde brandweerkazerne

2.908

-

-

Grond zonder boekwaarde

Westeinde

38.155

152.620

4,00

Gezien waarde per m2 beperkt risico

De Grift IV

44.618

178.472

4,00

Gezien waarde per m2 beperkt risico

Pr. Margrietstraat

7.795

126.157

16,18

195.000,00

Marktwaarde boven taxatiewaarde geen afwaardering verrciht

Waterinkweg

18.289

73.156

4,00

Gezien waarde per m2 beperkt risico

Uitbreiding Hoonhorst

1.286

65.525

57,72

Nog geen inzicht wanneer deze aan de raad zal worden aangeboden

Voorbereiding Hoonhorst

8.706

Zwarteweg

16.415

-

-

Grond zonder boekwaarde

Voorbereiding Agnieten college

6.464

Krediet van € 100.000 vastgesteld in 2018

Grondwaarde bibliotheek

1.116

35.000

34,50

Collegebesluit 3129

Voorbereiding bibliotheek

3.507

Uitbreiding Den Hulst

341.595

Waardering op basis van contractuele afspraken

5.589.479

Tussentijdse winstnames
De commissie BBV heeft in de notitie grondexploitatie van 2016 een aanbeveling gedaan welke betrekking heeft op de tussentijdse winstname. Hierbij dient een afweging gemaakt te worden tussen het realisatieprincipe en het voorzichtigheidsprincipe. Dalfsen heeft altijd het voorzichtigheidsprincipe voor laten gaan op het realisatieprincipe. In 2017 heeft de commissie meer duidelijkheid gegeven over de toepassing van tussentijdse winst name, waarbij meer nadruk is gelegd op het realisatieprincipe. Dit heeft tot gevolg dat eerder winst genomen wordt.

Om tussentijdse winst op de grondexploitatie te kunnen nemen moet het resultaat op de grondexploitatie wel op betrouwbare wijze kunnen worden ingeschat. Dit is mogelijk wanneer het waarschijnlijk is dat de economische voordelen die aan een project zijn verbonden naar de gemeente zullen toevloeien. Indien aan de volgende voorwaarden is voldaan, bestaat er voldoende zekerheid om winst te kunnen nemen:

  1. Het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat; én
  2. De grond (of het deelperceel) moet zijn verkocht; én
  3. De kosten zijn gerealiseerd (winst wordt naar rato van de realisatie gerealiseerd).

Er zijn verschillende complicaties die het nemen van (tussentijdse) resultaten op de grondexploitatie bemoeilijken:

  • In de praktijk zijn de nog te maken aanlegkosten niet goed in te schatten door de conjunctuurgevoeligheid van het meerjarige vervaardigingsproces.
  • Ook zijn de mogelijke opbrengsten zeer conjunctuurgevoelig en zijn niet alle kavels op voorhand al verkocht tegen de gewenste verkoopprijzen.
  • Tijdens het meerjarige proces ontstaan er vaak nieuwe inzichten die dwingen tot een andere uitvoering of er treden onvoorziene verrassingen op.
  • De aangelegde infrastructuur, zoals wegen en riolering, is voor een deel dienstbaar aan alle percelen waardoor het financieel afsluiten van delen van een locatie problemen oplevert.

De tussentijdse winstname dient te worden bepaald op basis van de verhouding tussen het percentage gerealiseerde kosten en gerealiseerde opbrengsten. Het percentage gerealiseerde kosten x het percentage gerealiseerde opbrengsten x de verwachte winst in euro’s is in principe de winst die genomen moet worden.

Voor de tussentijdse winstname wordt de PC methode (percentage-of-completion methode) gehanteerd. Wel zijn uit voorzichtigheid de winsten verminderd met de project specifieke risico's. Op deze manier blijft er een buffer over in de grondexploitaties om tegenslagen op te kunnen vangen. Voor het begrotingsjaar 2020 heeft dit tot gevolg dat naar verwachting tussentijdse winst gerealiseerd zal worden. Uit voorzichtigheid is deze tussentijdse winst niet meegenomen in de begroting, daarnaast worden op basis van het besluit van de raad, winsten op de grondexploitaties direct ten gunste gebracht van de algemene reserve grondbeleid. Op basis van de uitgangspunten uit de MPG 2019 en de POC methode kan de volgende winstverwachting worden weergegeven. In onderstaande tabel is geen rekening gehouden met de risico's die in de werkelijkheid in mindering gebracht zullen worden.

2020

2021

2022

2023

Verwachte tussentijdse winst

988.620

1.034.410

640.726

546.924