3. overzicht diverse heffingen

Als gevolg van de wijzigingswet BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) dient per 2017 de paragraaf lokale heffingen een overzicht op hoofdlijnen te bevatten van de diverse heffingen. In dit overzicht dient inzichtelijk te worden gemaakt hoe bij de berekening van de tarieven van heffingen, die hoogstens kostendekkend mogen zijn, wordt bewerkstelligd dat de geraamde baten de ter zake geraamde lasten niet overschrijden. Ook dient naar voren te komen wat de beleidsuitgangspunten zijn die ten grondslag liggen aan deze berekeningen en hoe deze uitgangspunten bij de tariefstelling worden gehanteerd.

De “grote belastingen”, zoals afvalstoffenheffing en rioolheffing, zijn hierbij het meest in het oog springend. Jaarlijks wordt aan de hand van de kosten een becijfering gemaakt van de hoogte van de benodigde opbrengsten. Bij beide belastingen worden grote tariefschommelingen afgevlakt door te werken met een voorziening. Voor “kleine belastingen” als de diverse legessoorten mogen maximaal kostendekkende tarieven worden gevraagd.

Overzicht kostendekkendheid 2020

Rioolheffing
Eind 2017 is het geactualiseerde Gemeentelijke Rioleringsplan vastgesteld. De huidige inkomsten liggen op € 1,5 miljoen euro per jaar. Het nieuwe GRP laat zien dat het totaal van de jaarlijkse heffingsinkomsten op het huidige niveau kan blijven. Op basis van dit GRP is er in de planperiode van het GRP geen kostenstijging voorzien. Er wordt wel geïndexeerd op basis van inflatie. Om in de toekomst onderhoud te kunnen uitvoeren, zonder dat de tarieven hoeven te stijgen, wordt er gespaard in een voorziening.

Afvalstoffenheffing
De lasten voor afvalstoffenheffing zijn sterk gestegen, de oorzaken hiervan worden in Programma 8 uitgebreid toegelicht. Het uitgangspunt bij afval is 100% kostendekkendheid van de tarieven. Als gevolg hiervan stijgen ook de baten van de afvalstoffenheffing. Naar verwachtingen moet het vastrecht stijgen met circa € 40 á € 45 per huishouden. Hier wordt middels een separaat voorstel eind 2019 op terug gekomen.

Leges
Voor de leges in algemeenheid geldt dat voor 2020 een trendmatige aanpassing van 1% wordt doorgevoerd. De verordening en tarieventabel worden verder geactualiseerd op basis van recente wetswijzigingen en bedrijfsvoering. Binnen de titels van de legesverordening is er geen sprake van kruissubsidiëring. Bij kruissubsidiëring worden onrendabele activiteiten gesubsidieerd met winst uit rendabele activiteiten.

Titel 1 Algemene dienstverlening
De tarieven voor de rijbewijzen en reisdocumenten worden door het Rijk vastgesteld. Dit betekent dat de gemeente beperkt invloed heeft om te streven naar een volledige mate van kostendekkendheid. Daarnaast brengen de servicepunten extra kosten met zich mee.

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
Door de economische ontwikkelingen is het lastig in te schatten welke baten jaarlijks gerealiseerd
worden met het in behandeling nemen van vergunningsaanvragen. Wanneer er een grotere vraag is
dan heeft dit ook gevolgen voor de hoogte van de lasten. Om de kwaliteit van de dienstverlening te borgen, kan er voor gekozen worden om bij een grotere vraag tijdelijk extra personeel in te huren.

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Titel 3 van de legesverordening regelt onder andere de leges voor zaken die samenhangen met de APV. Mede door het afschaffen van de leges voor evenementen is het lastig om 100% kostendekkendheid te realiseren.

Lijkbezorging
Gelet op het feit dat de begraafplaatsen een parkachtig karakter hebben, is een hogere mate van kostendekkendheid moeilijk te realiseren. Vanwege de ombuigingen zijn de tarieven verhoogd om richting de 100% kostendekkendheid te gaan.

Marktgelden
Marktgelden worden geheven op basis van de verordening precariobelasting. Gelet op het feit dat we een dergelijke voorziening voor onze burgers in stand willen houden, ligt een hogere mate van kostendekkendheid niet binnen bereik.

Tarievenbeleid overige belastingen 2019

Onroerende-zaakbelastingen (OZB)
Voor 2020 worden er hogere OZB opbrengsten verwacht door de reguliere inflatiepercentage stijging en de reguliere areaaluitbreiding. Daarnaast stelt het college voor 2020 een verhoging van de opbrengst met 6% voor █. Omdat de gegevens van de hertaxatie in oktober 2019 bekend worden, kunnen dan pas de nieuwe tarieven worden berekend. Gelet op de continuering van de positieve ontwikkelingen op de woningmarkt kan dit betekenen dat de totale WOZ-waarde ten opzichte van 2019 stijgt. De ontwikkeling voor het bedrijfsonroerend goed is nog niet stabiel waardoor hier nog een daling wordt verwacht.

Hondenbelasting
De opbrengst van de hondenbelasting komt ten goede aan de algemene middelen. Hondenbelasting wordt geheven per hond, voor iedere hond boven het aantal van één binnen hetzelfde huishouden wordt anderhalf maal het tarief in rekening gebracht.Voor 2020 is rekening gehouden met de trendmatige tariefsverhoging van 1%.

Precariobelasting
Voor 2020 wordt een trendmatige aanpassing van 1% doorgevoerd.

Toeristenbelasting
Bij de vaststelling van de begroting 2019-2022 is besloten de toeristenbelasting met ingang van 2020 te verhogen. De mogelijkheden om te differentiëren tussen de typen overnachtingen wordt nader uitgewerkt en eind 2019 vastgelegd in de verordening toeristenbelasting.

4. Lastendruk gemeente Dalfsen

De lokale heffingen zijn van invloed op de woonlastenontwikkeling van de gemeente Dalfsen. Onder woonlasten wordt verstaan: onroerendezaakbelastingen, afvalstoffen- en rioolheffing. Het zijn belastingen en tarieven waarmeer ieder huishouden in een gemeente jaarlijks te maken krijgt. Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) publiceert jaarlijks de Atlas van lokale lasten. Daarin worden voor elke gemeente de woonlasten van een woning met een voor die gemeente gemiddelde waarde vergeleken. In de volgende tabel wordt de lastendruk (in 2019) voor meer- en eenpersoonshuishoudens met die in omliggende gemeenten vergeleken. In tegenstelling tot sommige omliggende gemeenten kent Dalfsen geen tariefdifferentiatie voor rioolheffing.

Bron: www.coelo.nl

Van de woonlasten in 2020 kan slechts indicatie worden gegeven op basis van de verwachtingen voor 2020. De tarief aanpassingen voor de OZB, afval- en rioolheffing leiden voor een gemiddeld gezin (met eigen woning) tot de volgende woonlastenontwikkeling voor 2019:

^1. De afvalstoffenheffing is berekend op het gemiddelde van een één- en een meerpersoonshuishouden. Er is geen onderscheid in het vastrecht maar wel in de variabele kosten die afhankelijk zijn van het aantal ledigingen.

5. Kwijtscheldingsbeleid
In de gemeente Dalfsen is het mogelijk om volledige dan wel gedeeltelijke kwijtschelding te verkrijgen voor de OZB, hondenbelasting, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Voor de afvalstoffenheffing geldt dat  kwijtschelding slechts mogelijk is voor het vastrecht. Bij de hondenbelasting is alleen bij de belasting voor een eerste hond kwijtschelding mogelijk. Voor de rioolheffing geldt dat bij de belasting gebruikersdeel per jaar, bij een hoeveelheid afgevoerd afvalwater van 0 m³ tot en met 500 m³, kwijtschelding kan worden verleend.

Bij de beoordeling van de verzoeken om kwijtschelding hanteert GBLT de zogenaamde 100% norm. Inwoners die twee jaar of langer zijn aangewezen op een bijstandsuitkering krijgen automatisch kwijtschelding. Op basis van melding door de gemeente verleent GBLT aan deze mensen automatisch kwijtschelding.

Uit de tweede Voortgangsrapportage 2019 van het GBLT komt naar voren dat in 2018 in totaliteit een bedrag van € 42.600 aan kwijtschelding is verleend op basis van het huidige kwijtscheldingsbeleid. Omdat de cijfers over 2019 nog niet  definitief zijn is de prognose voor 2020 nog niet bijgesteld. Mocht de trend uit 2018 zich voortzetten dan zal de kwijtschelding in toekomstige ramingen worden bijgesteld.