5 Onderwijs en vrije tijd

Financiële analyse

Hieronder volgt een toelichting op de verschillen groter dan € 50.000 - op beleidsveld niveau - tussen de begroting 2020 en de begroting 2019 (inclusief alle begrotingswijzigingen t/m juni 2019, exclusief 1e berap 2019).
De afwijkingen zijn aangeduid als - of +. Min - betekent dus hogere lasten of lagere baten in de begroting 2020 ten opzichte van de begroting 2019.

5.1 Cultuur

 € - 70.000

De afwijking wordt met name veroorzaakt door het hogere budget wat aan de bibliotheek ter beschikking is gesteld bij de perspectiefnota 2020-2023

5.2 Kulturhusen

  € - 67.000

Het verhogen van het budget komt vooral door € 43.000 afschrijvingskosten tbv de Spil. Tegenover deze afschrijvingskosten staat ook een verhoging van de onttrekking aan de reserve. Per saldo is het effect op de begroting € 0.
Daarnaast zijn er diverse kleine verhogingen via de perspectiefnota doorgevoerd in verband met de indexatie van de bijdrage aan de kulturhusen.
In 2019 was er via budgetoverheveling een incidenteel budget beschikbaar van € 126.000 voor de buitenruimte van de Spil. Daarnaast worden in 2020 aan dit beleidsveld € 20.000 meer loonkosten toegerekend dan in 2019.

5.3 Onderwijs

 € - 89.000

In 2019 is er € 45.000 incidenteel beschikbaar voor een onderzoek naar het basisonderwijs in Nieuwleusen.
Vanaf 2020 loopt de nieuwe aanbesteding voor het leerlingenvervoer voor het gehele jaar, meer kosten t.o.v. 2019 88.000.
Op dit beleidsveld worden miv 2020 meer loonkosten € 25.000 doorberekend dan in 2019 (m.n. loonsverhoging).
Voor 2020 worden meer lasten VVE voorzien i.v.m. een uitbreiding van de uren, € 32.000. Daar tegenover staat een extra subsidie op VVE van € 14.000.

5.5 Sport

 € - 20.000

Geen toelichting nodig. Afwijkingen zijn lager dan € 50.000.

ga terug