2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Financiële kengetallen

Alle gemeenten zijn verplicht om een tabel met financiële kengetallen op te nemen in de begroting en de jaarstukken. Dit is opgenomen in een ministeriële regeling.

De kengetallen geven een globaal inzicht in de verwachte financiële ontwikkelingen in de gemeente. Een afzonderlijk kengetal zegt weinig over hoe de financiële positie moet worden beoordeeld. De kengetallen zullen in samenhang moeten worden bezien, omdat ze alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een goed beeld kunnen geven van de financiële positie van de gemeente.

De volgende zes financiële kengetallen worden onderkend:

  1. Netto schuldquote
  2. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
  3. Solvabiliteitsratio
  4. Structurele exploitatieruimte
  5. Grondexploitatie
  6. Belastingcapaciteit: Woonlasten meerpersoonshuishouden

Financiële kengetallen

Rekening 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Begroting 2023

Netto schuld quote

34%

24%

15%

16%

23%

31%

Netto schuld quote gecorrigeerd

22%

14%

5%

7%

13%

21%

Solvabiliteitsratio

54%

55%

57%

57%

57%

52%

Structurele exploitatieruimte

-3,25%

-1,56%

-2,17%

-0,65%

0,64%

1,29%

Grondexploitatie

36%

15%

2%

1%

3%

7%

Belastingcapaciteit

83%

85%

93%

97%

100%

100%

Hieronder treft u voor de begroting per genoemd kengetal een uitleg aan, inclusief de berekening en beoordeling.

1. Netto schuldquote
Definitie:
De netto schuldquote geeft de verhouding weer tussen het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Hierin is een nuancering op zijn plaats. Het kan namelijk voorkomen dat gemeenten veel geld doorlenen aan derden. Om die reden is de 'netto schuldquote gecorrigeerd' ontwikkeld. Hierin is het doorleeneffect geëlimineerd en geeft daarmee een zuiverder beeld van de positie van de gemeente weer.

Netto schuldquote (bedragen x € 1.000)

Rekening 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Begroting 2023

Vaste schulden

+

19.127

17.732

16.337

14.941

13.545

12.150

Netto vlottende schuld

+

7.590

6.000

4.000

4.000

4.500

6.000

Overlopende passiva

+

3.728

4.000

3.000

3.000

3.000

8.000

Financiële activa

-

0

0

1

2

3

4

Uitzettingen

-

7.381

6.000

5.500

5.000

5.000

5.000

Liquide middelen

-

260

5474

6835

4.980

315

356

Overlopende activa

-

1.998

2.000

1.500

1.500

1.500

1.500

Totale baten

61.848

60.235

65.492

66.093

62.891

62.475

Netto schuldquote

34%

24%

15%

16%

23%

31%

2. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

Netto schuldquote gecorrigeerd

Rekening 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Begroting 2023

Vaste schulden

+

19.127

17.732

16.337

14.941

13.545

12.150

Netto vlottende schuld

+

7.590

6.000

4.000

4.000

4.500

6.000

Overlopende passiva

+

3.728

4.000

3.000

3.000

3.000

8.000

Financiële activa

-

6.953

6.087

6.087

6.087

6.087

6.087

Uitzettingen

-

7.381

6.000

5.500

5.000

5.000

5.000

Liquide middelen

-

260

5.474

6.835

4.980

315

356

Overlopende activa

-

1.998

2.000

1.500

1.500

1.500

1.500

Totale baten

61.848

60.235

65.492

66.093

62.891

62.475

Netto schuldquote gecorrigeerd

22%

14%

5%

7%

13%

21%

Beoordeling:
Dit kengetal laat zien dat de gemeente in verhouding veel eigen middelen heeft (ter vergelijk: een ratio van 60% is het gemiddelde van alle gemeenten). De rentelasten en aflossingen drukken dus beperkt op de exploitatie.  

3. Solvabiliteitsratio
Definitie:
De mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Dit wordt uitgedrukt in het percentage eigen vermogen ten opzichte van het balanstotaal.

Solvabiliteitsratio (bedragen x € 1.000)

Rekening 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Begroting 2023

Eigen vermogen

46.719

42.634

40.788

39.146

37.756

36.480

Balanstotaal

85.927

77.209

71.227

68.505

66.417

69.861

Solvabiliteitsratio

54%

55%

57%

57%

57%

52%

Beoordeling:
De VNG heeft een signaleringswaarde ontwikkeld, als hulpmiddel om de uitkomst van de solvabiliteitsratio in perspectief te kunnen plaatsen. Voor deze ratio worden drie categorieën onderscheiden.De drie categorieën zijn:

  • < 20% meest risicovol;
  • van 20% t/m 50% neutraal;
  • > 50% minst risicovol.

Hoe hoger dit percentage, hoe beter de weerbaarheid is. Een solvabiliteit groter dan 50% is zeer positief te noemen. De gemeente Dalfsen heeft een zeer solvabele vermogenspositie. De gemeente is goed in staat om financiële klappen en risico's op te vangen.

4. Structurele exploitatieruimte
Definitie:
Om een flexibele begroting te kunnen bewerkstelligen is het zinvol de structurele baten hoger te laten zijn dan de structurele lasten. De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves gedeeld door de totale baten en uitgedrukt in een percentage.

Structurele exploitatieruimte
(bedragen x € 1.000)

Rekening 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Begroting 2023

Structurele lasten

62.721

62.567

66.968

67.970

63.782

62.850

Structurele baten

59.006

59.895

63.951

65.948

62.796

62.380

Structurele toevoegingen aan reserves

0

0

0

0

20

20

Structurele onttrekkingen aan reserves

1.705

1.730

1.597

1.592

1.410

1.295

Totale baten

61.848

60.235

65.492

66.093

62.891

62.475

Structurele exploitatieruimte

-3,25%

-1,56%

-2,17%

-0,65%

0,64%

1,29%

Beoordeling:
Hoe hoger dit percentage hoe beter. Een positieve uitkomst van dit kengetal houdt in dat de gemeente structurele lasten kan afdekken door structurele baten. Dit kengetal laat zien dat de gemeente in staat is de structurele lasten af te dekken met structurele baten. De (meerjaren) begroting is structureel sluitend. Hierin is een positieve ontwikkeling zichtbaar.

5. Grondexploitatie
Definitie:
De boekwaarde van de voorraden grond zijn van belang, want deze waarden moeten meerjarig worden terugverdiend bij de verkoop. De ratio wordt berekend door de bouwgrond in exploitatie te delen door de totale baten van de programmabegroting in de bijlage 4.2.

Kengetal grondexploitatie in %
(bedragen x € 1.000)

Rekening 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Begroting 2023

Bouwgronden in exploitatie

22.359

9.159

1.522

522

2.001

4.636

Totale baten

61.848

60.235

65.492

66.093

62.891

62.475

Kengetal Grex

36%

15%

2%

1%

3%

7%

Beoordeling:
Het kengetal geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totaal geraamde baten. Hoe lager dit percentage is, hoe beter voor de financiële weerbaarheid. Een grondexploitatie van 10% of hoger wordt beschouwd als kwetsbaar. De komende jaren zullen de voorraden gronden afnemen en daarmee zal de kwetsbaarheid worden verminderd.

6. Belastingcapaciteit: Woonlasten meerpersoonshuishoudens
Definitie:
Het cijfer geeft inzicht hoe de belastingdruk zich in de gemeente verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde. De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Het Coelo en 'waarstaatjegemeente.nl' publiceren deze gegevens.

Rekening 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Begroting 2023

OZB last gezin gemiddelde WOZ-waarde

302

314

335

359

385

389

Rioolheffing gezin bij gemiddelde WOZ-waarde

137

130

129

129

129

129

Afvalstoffenheffing voor gezin

161

186

230

242

249

253

Totale woonlassten voor gezin bij gem. WOZ-waarde

600

630

694

730

763

771

Woonlasten landelijk T-1

721

740

747

755

762

770

Woonlasten tov landelijk gemiddelde jaar ervoor

83%

85%

93%

97%

100%

100%

Beoordeling:
De gemiddelde woonlast ligt voor een 'gemiddeld gezin' in Dalfsen voor het begrotingsjaar lager dan het landelijke gemiddelde, ondanks dat een stijging van 6, 6, 6 procent bij de OZB is opgenomen en de stijging bij afval.